Hallelujah! Dit immense bedrag betaalt stad Brugge om start Ronde van Vlaanderen te organiseren

De koers blijft in Vlaanderen één van de grootste sporten, maar is ook wereldwijd aan populariteit aan het winnen. Dat maakt het voor steden interessant om de start of aankomst van een grote wielerwedstrijd te organiseren. Allen kost dat tegenwoordig heel veel geld.

Burgemeesters moeten steeds dieper in de buidel tasten om de start of aankomst van een koers te ontvangen. Doen ze dat niet, dat dreigt een andere stad hen af te troeven.

Zo snoepte Antwerpen de  startplaats van de Ronde van Vlaanderen af van Brugge. Vorig jaar ging Kortrijk gaan lopen met de start van Kuurne-Brussel-Kuurne, nota bene hun buren. Organisatoren verkiezen centen boven traditie. 

'Gevaarlijk opbod bezig'

"Er is een gevaarlijk opbod bezig, waarbij gemeenten steeds meer geld willen ophoesten om de start- of aankomstplaats van een koers te mogen zijn", zegt Francis Benoit, burgemeester van Kuurne, aan Het Nieuwsblad. "Organisatoren hebben dat door, en buiten dat uit."

De cijfers zijn om van te duizelen. In 2013 moest Kuurne amper 8000 euro betalen om Kuurne-Brussel-Kuurne in hun gemeente te laten starten. Nu gaat het al om 90.000 euro. Meer dan een vertienvoiudiging. 

Uit een rondvraag van Het Nieuwsblad blijkt dat Vlaamse steden en gemeenten investeren samen 3.3 miljoen euro om de start- en aankomstplaatsen van twaalf Vlaamse klassiekers binnen te halen. 

Brugge

Brugge spant de kroon. Niet onlogisch aangezien in de Breydelstad op 6 april het startschot van Vlaanderens Mooiste zal weerklinken. Brugge telt maar liefst 500.000 euro neer. Voor de Classic Brugge - De Panne komt daar nog eens 130.000 euro bij. 

"Pure citymarketing", zegt Wim Lagae, sporteconoom bij de KU Leuven. "Ze zien het meer als een investering dan als een kost. Je verbindt de inwoners, trekt een massa volk en de locale economie, in het bijzonder de horeca, krijgt een ferme boost.