Zaterdagochtend namen familie, vrienden en kennissen afscheid van Miel Dekien, die een week gelden op 18-jarige leeftijd overleed na een tragisch auto-ongeval in Beerst. Ook zijn beste vriend Louis Maeckelberghe kwam daarbij om het leven.
Tijdens de begrafenis in Kortemark kwam heel wat volk opdagen. De aula liep helemaal vol, veel mensen moesten rechtstaan en er was zelf een scherm buiten opgesteld. Ook enkel profrenners, waaronder Gianni Vermeersch, waren er bij.
Miel en Louis werden samen begraven. In de aula was er geen treurige muziek, maar wel vrolijke beats te horen. De mama van Miel was niet in staat om het woord te nemen, maar sprak wel een emotionele videoboodschap in.
"Mijn grootste angst is werkelijkheid geworden. Waarom jij?", begon ze. "Maar met die vraag zijn we niets. We trekken ons op aan het feit dat je altijd optimistisch was. Je maakte plezier en haalde fratsen uit. Weet je nog dat je je verstopte in de wasmachine, of op het dak? En dan maar ‘mama’ roepen en ik die je dan niet vind. En maar ‘leute’ maken."
"Bij je eerste fiets moesten je steunwieltjes er direct af en daar ging je, je eerste meters op de fiets. Op je eerste communie kreeg je een cyclocrossfiets, en al snel werd onze weide omgetoverd in een echt parcours. Maar ook in loopgraven om ‘oorlogje’ te spelen."
"Je zei vaak: ‘Ik ben een bieëste.’ Maar je was niet opgewassen tegen het beest van de dood. Ik beloof je dat we goed voor elkaar zullen zorgen. Eerst moest jij door de modder ploeteren, nu is het aan ons om verder door het leven te ploeteren. Gelukkig is je boezemvriend Louis bij je.”
Ook de grote broer van Miel nam het woord. "Je was een vat vol onstuimigheid en onschuldig kattenkwaad. Ik herinner me nog je imitatie van Jack Sparrow in de garage waarbij je bijna je vingers verloor. Je kon soms het bloed onder mijn nagels uit halen, maar op het einde van de dag waren we altijd weer vrienden."
"We zagen het leven soms anders, maar over één ding waren we het altijd eens. Je moet genieten van het leven, want het kan opeens gedaan zijn. Mama zei vaak dat we moesten opletten ‘voor dit of dat’, maar dan keken wij naar elkaar en wist ik dat we hetzelfde dachten: als er iets gebeurt, kan je er toch niets aan doen. Je zal voor altijd blijven voortbestaan in onze harten. Het ga je goed, je grote broer.”