Na het tragische overlijden van Murriel Furrer (18), laait de veiligheidsdiscussie weer op. Er wordt vooral met de vinger naar de UCI gewezen, maar Lotte Kopecky denkt daar anders over.
Muriel Furrer overleed op 18-jarige leeftijd na een zware valpartij op het WK voor junioren. Ze liep een ernstige hoofdwonde op en werd in zeer kritieke toestand met een traumahelikopter naar het ziekenhuis gebracht. Daar bewweek ze een dag later aan haar verwondingen.
Wat haar overlijden nog tragischer maakt is het feit dat Furrer lange tijd onopgemerkt in de rand van een bos lag. Dat had volgens velen vermeden kunnen worden. Radiocommunicatie is op een WK immers nog steeds verboden en haar fiets was niet uitgerust met een trackingsysteem.
De UCI krijgt nu een storm aan kritiek over zich heen, maar volgens Lotte Kopecky moeten renners ook de hand in eigen boezem durven steken. "Veiligheid in de koers is een topic waar al langer over wordt gesproken, maar nooit een eenduidig antwoord op wordt geformuleerd", zegt ze aan Sporza.
"Sowieso zijn we als renster deels verantwoordelijk voor de veiligheid van onszelf. Ik heb deze week al enkele keren mijn ogen dichtgedaan toen ik renners zag afdalen. Anderzijds moeten ook de organisatoren hun deel doen, zeker met het oog op het maken van een parcours."
Extra veiligheidskledij is volgens Kopecky niet haalbaar. "Op een dag als deze is dit zeker mogelijk, maar wanneer we straks cols moeten oprijden bij 35 graden, wil iedereen zo weinig mogelijk kledij aantrekken. Daar is heel moeilijk een lijn in te trekken."
"Ik ben alvast vragende partij om er meer onderzoek naar uit te voeren. We zijn het afgelopen jaar echt te veel renners op een jammerlijke manier kwijtgeraakt", aldus de wereldkampioene.