Het is al van het tijdperk Merckx geleden dat een renner nog zo domineerde als Tadej Pogacar. De wereldkampioen is veruit de beste renner ter wereld en steekt met kop en schouders boven de concurrentie uit. Maar wie is nu 'best of the rest'?
Daar kan oneindig lang over gediscussieerd worden. Als we de UCI World Ranking - een optelsom van de verzamelde UCI-punten tijdens de 52 voorgaande weken - mogen geloven, dan mag Remco Evenepoel zich'best of the rest' noemen.
Anderen zijn er dan weer van overtuigd dat Mathieu van der Poel de op één na beste renner ter wereld is, omdat de Nederlander de enige is die Pogacar - in de klassiekers weliswaar - weerstand kan bieden. In Milaan-San Remo klopte Van der Poel de Sloveen zelfs.
Johan Museeuw noemt nog iemand anders de nummer twee. Al spreekt hij wel over de 'tweede grootste motor' en niet de 'tweede beste renner' ."Na Pogacar is
Wout van Aert voor mij de grootste motor in het peloton", vertelt Museeuw in een interview met Het Nieuwsblad.
Teamplayer
"Maar die lange inspanningen, dat teamwerk in de cols, daar word je niet explosiever van", vervolgt de Leeuw van Vlaanderen. "Dat is hij een beetje kwijt. Ik zie hem in de Tour wel één of twee ritjes winnen."
"Van Aert was sterk in de Giro. Maar hij is toch zo’n teamplayer geworden. Fantastisch wat hij doet. Hij wint er iedereens sympathie mee. Maar na je carrière gaat het om wat je zelf gewonnen hebt.”