Zondag wordt in het Zwitserse Zürich gestreden om de wereldtitel op de weg. Volgens Johan Museeuw zal er weinig te beginnen zijn tegen
Tadej PogacarHet parcours in Zürich is heuvelachtig en telt 4291 hoogtemeters. De scherprechter is een klim van 1.9 km aan 6.2%. Alle ogen zullen zondag dus gericht zijn op
Remco Evenepoel en Tadej Pogacar.
Johan Museeuw, die zelf in 1996 wereldkampioen werd in Zwitserland, heeft alvast een topfavoriet. "Dé topfavoriet is natuurlijk Pogacar", zegt hij in een interview met
Het Nieuwsblad. "We hebben in de Tour gezien dat hij bergop weg rijdt wanneer hij wil."
"Als iedereen in de laatste twee rondes nog samen is, wordt het moeilijk om hem op die hellingen te volgen. De enige die dat zou kunnen is Remco Evenepoel, als hij een uitzonderlijke dag heeft. Maar die heeft hij de laatste tijd wel vaker.”
'Remco rijdt op gevoel'
Museeuw raadt Evenepoel aan om te wachten tot Pogacar aanvalt en zijn koers op de Sloveen af te stemmen. "Maar dat ligt sowieso niet in Remco’s aard. Remco kijkt niet naar anderen. Hij start om te winnen en rijdt op gevoel. Hij durft aan te vallen op 80 of 70 kilometer van de meet en hij houdt er toch altijd nog een paar over.”
Als het tot een sprint-à-deux komt tussen Pogacar en Evenepoel, dan acht Museeuw de olympische kampioen zeker niet kansloos. "Pogacar is nog iets explosiever, dat zie je in de eerste tien seconden van zijn demarrages, waar Remco soms moet opletten om zichzelf niet op te blazen, maar ik durf toch niet zeggen wie de rapste is na een zware koers van meer dan 270 kilometer."
Schaduwfavorieten
Er zijn uiteraard nog andere kanshebbers. "Na Pogacar en Evenepoel is de herrezen Hirschi mijn derde favoriet. Daaronder zet ik een puncher:
Mathieu van der Poel. Hij is anderhalve kilo afgevallen en dan moet je nu eenmaal 25 à 35 watt minder duwen om boven te komen. En vergeet ook Roglic niet als tweede toprenner bij Slovenië.”