Mathieu van der Poel veroverde al wereldtitels op de weg, in het veld én in het gravelen. Hij wil straks dolgraag ook wereldkampioen op de mountainbike worden, maar dat wordt allesbehalve een makkelijke klus.
De voorbije jaren draaiden zijn uitstapjes op de mountainbike telkens uit op een fiasco. Het is zelfs al van 2021 geleden dat Van der Poel nog eens de finish haalde. De alleskunner kwam telkens vroeg ten val en gaf daarna op. Het gevolg van een gebrekkige voorbereiding.
Van der Poel wil op 14 september een nieuwe poging doen om de regenboogtrui te veroveren. Het WK vindt plaats in het Zwitserse Crans-Montana, op een vrij technisch parcours. Zijn grootste concurrent, Tom Pidcock, is er alvast niet bij.
Maar ook deze keer zal Van der Poel met een gebrekkige voorbereiding aan de start verschijnen. Een maand voor het WK heeft Van der Poel immers nog maar een paar keer op de mountainbike getraind. De wereldbekermanche in Les Gets is zijn enige voorbereidingswedstrijd.
Startpositie
Een nog groter probleem is zijn startpositie. Van der Poel heeft geen UCI-punten verzameld en moet dus achteraan starten. Omdat hij in andere disciplines wél punten verzamelde, mag hij nog opschuiven naar de vierde rij, maar hij zal nog steeds een inhaalrace uit de benen moeten schudden.
"Ik had liever toch wat meer vooraan gestart, want nu moet je toch in het begin van de wedstrijd wat geluk hebben", vertelt Van der Poel aan Het Nieuwsblad.
"Het is in de toekomst de bedoeling om net zoals enkele jaren geleden wat meer mountainbikewedstrijden te rijden zodat ik op het WK een goeie startpositie heb, maar nu was dat gewoon heel moeilijk. Dat is misschien iets voor binnen een paar jaar."