Mathieu van der Poel heeft er een indrukwekkend seizoen opzitten, maar toch stelde hij (een deel) van zijn fans een beetje teleur.
De ex-wereldkampioen heeft zijn regenboogtrui namelijk niet veel laten zien. Het afgelopen seizoen speldde hij slechts 41 keer een rugnummer op. Dat is weinig in vergelijking met zijn concurrenten. Evenepoel heeft al 60 koersdagen in de benen, Pogacar kwam 57 keer in actie en zelfs Wout van Aert, die twee keer in de lappenmand lag, sluit zijn pechseizoen af met 55 koersdagen.
Bovendien presteerde Van der Poel niet het hele jaar door op topniveau. Hij reed een fenomenaal voorjaar, met winst in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, maar verdween daarna ruim twee maanden van de rader en reed een teleurstellende Tour. Hij wist zijn seizoen wel nog in schoonheid af te sluiten door brons te veroveren op het WK en de wereldtitel gravel te veroveren.
Kritiek
Op sociale media kreeg Van der Poel stevige kritiek te verwerken. De Nederlander werd onder meer verweten dat hij geen waardige wereldkampioen is en dat hij enkel maar in het klassieke voorjaar scoort. Zijn grote baas Philip Rodhooft is niet akkoord met die krititek.
“Ik hoor dan soms de opmerking dat Mathieu weinig koersdagen telt, maar als je puur kijkt naar het kalenderjaar 2024, zijn er weinig renners die structureel en op gezette tijden
deliveren zoals hij doet", vertelt de algemeen manager van Alpecin- Deceuninck in een interview met
Het Laatste Nieuws.
'Geen reden tot klagen'
"Je hebt natuurlijk ook Pogacar, maar er zijn ook andere renners die een heel seizoen afstemmen op de Tour, en dan nog van veertien ritten zeggen dat ze niet voor hen bestemd zijn. Over Mathieu zijn inzetbaarheid hebben we op geen enkel moment reden tot klagen. Uiteindelijk heeft hij dit jaar weer twee WK’s en twee Monumenten gewonnen.”