In de tijd dat renners nog vlees aten, was hardlopen uit den boze. Vandaag ligt dat anders. Tegenwoordig maken looptrainingen deel uit van het trainingsschema van zowat alle profrenners. En ook van hun wederhelften!
Wout van Aert, Mathieu van der Poel, Remco Evenepoel... allemaal trekken ze regelmatig eens de loopschoenen aan. Dat lopen nadelig zou zijn voor coureurs, is een fabeltje. Lopen versterkt bijvoorbeeld de vezels van renners.
Ook bij rennersvrouwen is lopen een populaire sport. Wout van Aert vertoefde onlangs een paar weken in Spanje en ging daar regelmatig gaan lopen met zijn echtgenote Sarah De Bie. Zij loopt meerdere keren per week.
De Bie deelt haar sportieve prestaties graag met de buitenwereld via Strava en Instagram. Roxanne Bertels, de vriendin van Mathieu van der Poel, moet dat opgemerkt hebben, want ook zij is nu aan de Spaanse kust beginnen lopen. (foto's onderaan)
Er zijn nog meer wereldtoppers met een sportieve wederhelft. Cameron Vandenbroucke, de vriendin van Tim Merlier, was bij de jeugd zelfs één van de beste loopsters van het land. "Ik werd een paar keer Belgisch kampioen. Lopen was mijn passie", vertelde ze daar onlangs over.
Maar op haar 16e kwam er abrupt een einde aan haar loopcarrière. "Tijdens een training werd ik aangereden door een auto. Ik had een complexe enkelbreuk. Ik heb vier keer geprobeerd om een comeback te maken, maar na een maand zat ik telkens met een blessure. Op hoog niveau competitie lopen zat er voor mij niet meer in."
Hetzelfde verhaal bij Anna Eikendal, de vriendin van Thibau Nys. "Mijn beste prestatie is een derde plek op het Nederlands kampioenschap op de 1.500 meter." Een blindedarmontsteking op haar 19e betekende het einde van haar carrière. "Na mijn herstel had ik moeite om mijn oude niveau te behalen."