Over negen dagen vindt in Zürich het WK wielrennen plaats. Als Mathieu van der Poel zichzelf wil opvolgen, dan heeft hij nog wat werk voor de boeg.
Mathieu van der Poel kreeg vrijdag in de koninginnenrit van de Ronde van Luxemburg een kans om de benen te testen richting het WK in Zürich. De renners kregen namelijk een heuvelachtige etappe met een pittige finale voorgeschoteld, vergelijkbaar met het WK-parcours.
Van der Poel slaagde er, ondanks afwezigheid van de wereldtop, niet in om de etappe te winnen. In de pittige finale had hij had geen antwoord op de aanval van ritwinnaar Mauri Vansevenant en Davide Formolo. De wereldkampioen als derde over de streep, op 41 seconden van de winnaar.
Van der Poel maakt zich echter weinig zorgen. Dat hij in de finale niet meer de benen had om Vansevenant te volgen, heeft volgens hem te maken met het feit dat Alpecin-Deceuninck nog maar met drie renners in koers zit.
"Het was een heel zware rit en vandaag werd duidelijk dat we niet genoeg mankracht hadden om te controleren. Ik zat daardoor al vroeg op mezelf", vertelde hij na afloop van de etappe. "Ik moest daarna antwoorden op veel aanvallen."
"Ik kan blij zijn met met mijn benen. Het was een zwaar lokaal rondje, maar ik heb goed werk gedaan om de aanvallen te managen. Het doel was om een rit te winnen, nog meer dan een goed eindklassement, dus ik ga kijken hoe de laatste dagen zullen gaan."