Wout van Aert en Mathieu van der Poel hebben in Loenhout voor het eerst sinds de olympische Spelen in Parijs nog eens tegen elkaar gekoerst.
Van der Poel overklaste andermaal de tegenstand en soleerde naar zijn vierde overwinning op rij. Van Aert leek op weg naar een tweede plek, maar kwam in de slotronde ten val na een botsing met een onvoorzichtige toeschouwer. Hij moet tevreden zijn met een vierde plek.
De verwachtingen over Van Aert waren niet hoog omdat het pas zijn eerste koers is nadat hij bijna vier maanden geleden zwaar ten val kwam in de Vuelta. Toch heeft hij indruk gemaakt. In de openingsronde nam hij zelfs even de koppositie.
Van der Poel is niet verbaasd over de vorm van zijn grote rivaal. “Het tempo lag meteen al heel hoog door Wout", vertelde hij na afloop aan Het Nieuwsblad. "In de tussentijd heeft hij natuurlijk niet stilgezeten."
"Hij is al wel een tijdje weer aan het fietsen. Maar hij heeft natuurlijk ook zijn talent en klasse van zichzelf, dus verbaasd was ik zeker niet over zijn prestatie. Vandaag was toch wel de moeilijkste van mijn vier overwinningen. Ik moest er echt voor werken."
De man die Van der Poel het meeste weerwerk bood, was evenwel Laurens Sweeck. In de derde ronde kwam hij zelfs even aansluiten, maar daar had Van der Poel een eenvoudige verklaring voor. "Mijn zadel was gebroken, waardoor ik niet voluit kon gaan en van fiets moest wisselen. Maar het is heel sterk van hem dat hij kon terugkeren."