Op 29 september vormt het Zwitserse Zürich het decor van het wereldkampioenschap wielrennen. Volgens Michel Wuyts is er één grote topfavoriet.
Het WK in Zürich is op maat van punchers en klimmers. De scherprechter is een klim van 1.9 kilometer aan 6.2% gemiddeld. Dat venijnig klimmetje moet zeven keer beklommen worden.
Wie een beetje de koers volgt, weet dat Tadej Pogacar en Remco Evenenpoel dé te kloppen mannen zijn. Wie de twee fenomenen van de wereldtitel wil houden, zal op 29 september over héél sterke benen moeten beschikken.
Volgens Michel Wuyts is er evenwel maar één topfavoriet: zijn naam is Tadej Pogacar. "Het circuit van 28 kilometer met drie irritant tot pijnlijk lastige beklimmingen zit hem als een handschoen", zegt de wieleranalist in zijn column in Het Laatste Nieuws.
"In zeven ronden aanvalsplekken zat. Wie houdt de beste Pogacar tegen? Niemand. In herhaald explosief vermogen is Pogacar ook voor Evenepoel te sterk. Om niet in een strik van samenspannende landen te lopen, is een verre aanval – ik denk aan de voorlaatste ronde – zelfs niet denkbeeldig."
"Het zou wel eens saai kunnen worden aan de boorden van het mondaine Meer van Zürich. Maar kom, een imponerende solo begeestert ook. Is het niet, Remco?"
Wuyts ziet maar één iets dat de Sloveen parten kan spelen. "Pogacar is aan zijn vierde piek toe. Het niveau van een najaarscurve kan de vorige alleen maar benaderen. Niet overstijgen. Zie maar Montréal. Pogacar liep er niet onwaarschijnlijk ver weg van Pello Bilbao. Maar daar zijn ook burgers als Evenepoel en Van der Poel aan toe."
"Wie Pogacar in het hete Canada zag peddelen op de Mont Réal, weet genoeg: deze jongeman heeft nog honger. Hij zal in het veeleisende Zürich nog beter zijn. Pogacar levert namelijk maatwerk. Als Pogacar durft, maakt hij er in Zürich een onemanshow van."