Belgisch bondscoach Sven Vanthourenhout heeft Jasper Philipsen deze zomer al twee keer moeten ontgoochelen.
De eerste keer was in aanloop naar de Olympische Spelen in Parijs. Philipsen kreeg te horen dat hij, ondanks het feit dat het parcours op zijn maat was, niet geselecteerd was. Enkele maanden eerder overleefde hij nochtans de Poggio en won hij Milaan-San Remo.
Enkele maanden later volgde al een nieuwe klap. Vanthourenhout had Philipsen het kopmanschap op het EK in Limburg beloofd, maar de bonscoach kwam terug op zijn beslissing en neemt ook Tim Merlier mee.
Of Philipsen boos is dat hij het kopmanschap zondag moet delen met Merlier? "Ik ben niet razend of zo. Een beetje teleurgesteld misschien, maar ik snap de selectie volledig", vertelt hij in een interview met Het Nieuwsblad.
"Een bondscoach moet knopen doorhakken en ik moet die respecteren, ook al maakt Sven het zichzelf niet makkelijk. Ik had zelf een andere selectie gemaakt. Tim waarschijnlijk ook. Als sprinter is het fijn om te weten dat de hele ploeg voor je gaat werken."
`Zijn niet-selectie voor de Spelen, hakte er dieper in. "Daar was ik graag bij geweest. In het begin van het jaar ben ik nog gaan verkennen en toen vond ik die Montmartre-helling nog best meevallen. Wat uiteindelijk ook wel gebleken is."
"Maar ik snap de bondscoach wel als hij kiest voor kopmannen Remco Evenepoel en Wout van Aert, met dan twee knechten daarnaast. Mijn ontgoocheling zit hem eerder in de selectiecriteria dan in de keuze van de bondscoach."
"Ik stond op het moment van de Spelen vierde op de UCI-ranking", legt Philipsen uit. "In welke sport mag iemand die zo hoog staat op de ‘wereldranglijst’ niet naar de Spelen? Dat vind ik absurd. Ik had Parijs graag meegemaakt, maar misschien heb ik over vier jaar een herkansing in LA.”