Wout van Aert wordt stilaan een dagje ouder. Hij blies vorige maand 30 kaarsjes uit. In een openhartig interview met Het Laatste Nieuws geeft hij toe dat hij al aan het nadenken is over zijn wielerafscheid.
Voor wie begint te panikeren: Van Aert gaat nog niet meteen zijn pensioen aankondigen. Hij tekende vorige maand een uniek, levenslang contract bij Visma - Lease a Bike en hoort nog steeds bij het rijtje van allerbeste wielrenners ter wereld. Bovendien heeft hij nog wel wat koersen af te vinken van zijn verlanglijstje.
Zijn leeftijd zal hem evenwel meer en meer parten beginnen spelen. Van Aert heeft zijn fysieke top al bereikt en zal geen tien jaar meer koersen. En misschien ook geen vijf jaar meer. "Of ik stilaan al aan het einde van mijn carrière denk? Ik denk er zeker meer aan dan vijf jaar geleden, het komt stiekem toch dichterbij."
"Maar ik vind het moeilijk, ik zie mezelf nog niet echt andere dingen doen. Momenteel heb ik nog een extreme focus op waar ik mee bezig ben. Ik denk dat als het echt zover is, het zich automatisch uit zal wijzen waar mijn interesse ligt."
Het is zeker niet zo dat Van Aert na zijn wielerafscheid iets' moet' doen. Hij verdient zo'n 3.5 miljoen euro per jaar en is dus al 'binnen'. "Ik heb de luxe dat ik goed verdien op dit moment, dus ik zal niet snel in een situatie komen waarin ik om den brode iets anders zal moéten doen. Ik ga zeker de ruimte hebben om op een rustige manier het juiste te kiezen.”
Van Aert verraste vrijdag in The Masked Zinger met zijn zangtalenten, maar een carrière in de showbizz ziet hij niet zitten. "Ik heb echt nul ambitie om op een podium te staan zingen. Ik vind het een supertof programma, wie dit bedacht heeft is een slimme mens, maar andere TV-opnames die af en toe stilgelegd worden en waar je alles zoveel keer moet overdoen, dat past niet bij hoe ik ben."
"Ik ben meer rechtuit en puur, het moet vooruitgaan. Maar het was een leuk avontuur, en zeker iets om later aan de kleinkinderen te vertellen. We zijn toevallig op familieweekend, ik denk dat Eekhoorn nog veel ter sprake zal komen.”