Jonge renners leven tegenwoordig allemaal als profrenners. Ze koersten met de duurste fiets, wegen hun voedsel af en er zijn er zelfs die op hun 10e al een eigen mobilhome hebben. Mathieu van der Poel beschikte niet over die luxe. Integendeel.
De ouders van Mathieu van der Poel, Corinne en Adrie, kozen er bewust voor om hun twee zoons, Mathieu en David, niet te veel te 'verwennen'. Zo koerste Van der Poel bij de jeugd met een tweedehandsfiets.
"Dat was de keuze van vader Adrie", zegt Dirk Willemijns, zijn vroegere trainer bij jeugdploeg Isorex, aan HLN. "Die vond luxe niet nodig. ‘Een goed gespaakt wiel is genoeg’, zei hij.
"Mathieu vroeg na een wedstrijd eens aan zijn vader of die zijn sporttas wilde meenemen. ‘Excuseer?’, reageerde Adrie. 'Als je prof bent, zal er misschien ooit iemand je tas voor je dragen. Maar nu zorg je zelf voor je spullen.’ Neen, die zijn beentjes werden niet gesmeerd door papa.”
Van der Poel moest vaak zelfs op eigen houtje naar een wielerwedstrijd gaan. "Wat ik wel speciaal vond, is dat Mathieu meestal alleen naar de wedstrijden kwam. Zonder mama of papa. Het is niet dat Adrie en Corinne niet geïnteresseerd waren. Ze leerden hun zonen gewoon om zelfstandig te zijn.”
"Zelf zijn rugnummer opspelden, zelf het wedstrijdblad tekenen, zelf voor zijn materiaal zorgen: Mathieu werd niet gepamperd. Hij was niet ‘het zoontje van’. Ik heb 600 à 700 jonge renners zien passeren. Ik heb dikwijls naar Van der Poel verwezen als ik met hun ouders sprak."