Lotte Kopecky doet er nog een jaartje bij in de regenboogtrui. De kersverse wereldkampioene sprintte koelbloedig naar goud na een slopend, kletsnat én ijskoud WK.
De regen viel in Zürich met bakken uit de lucht en de temperatuur bedroeg amper 11°C. Allesbehalve ideaal om een loodzwaar WK af te werken. Zowat de helft van de deelneemsters haalde de finish niet. Al wie wel over de streep bolde, rilde van de kou en greep meteen naar een reddingsdeken.
Ook Kopecky had het ijskoud. "Pas toen de warme tas thee zijn werk begon te doen, stopte ze met bibberen", zei de wereldkampioene aan Het Laatste Nieuws. "Ik heb nog niet zo vaak zo koud gehad op de fiets."
Kopecky wist voor de start wat voor Flandrien-weer het ging zijn. Ze koos er daarom voor om net als de beloftenwereldkampioen Niklas Behrens een tijdritpak aan te trekken. "Het stof van een tijdritpak is dikker", legt ze uit.
Alleen regende het zo hard, dat haar tijdritpak vacuüm begon te trekken. "Het begon een beklemmend gevoel te geven en ik kon niet meer via mijn buik adem halen..."
Kopecky begaf zich naar de volgwagen, waar ze om een schaar vroeg zodat ze haar tijdritpak kon open knippen. "Maar ze hadden blijkbaar geen schaar in de auto. Enkel een mes. Er kwam wat kunst-en-vliegwerk aan te pas, maar het is mij toch gelukt om een gat te snijden in mijn tijdritpak."