Op het WK van zondag zijn alle ogen gericht op Remco Evenepoel en Tadej Pogacar, maar er zijn genoeg andere kanshebbers voor de wereldtitel.
Mathieu van der Poel bijvoorbeeld. Het parcours is misschien iets te zwaar voor een type als hij, maar met de Nederlander weet je nooit. In Luik-Bastenaken-Luik stond hij afgelopen voorjaar ook op het podium (weliswaar op twee minuten van winnaar Tadej Pogacar).
Ploegleider Christoph Roodhooft vindt de 4291 hoogtemeters in Zürich alvast niet onoverkomelijk. "Als je zoals Mathieu dit voorjaar derde kan worden in Luik-Bastenaken-Luik, zegt dat iets”, vertelt hij in een interview met Het Nieuwsblad.
“En uiteindelijk zijn de laatste 80 à 90 kilometer van de Ronde van Vlaanderen ook niet zo simpel. Als je daar kan winnen, dan kan dit WK-parcours uiteindelijk nog te lastig blijken, maar dan ben je ook niet bij voorbaat kansloos."
"Van der Poel hoort gewoon bij de vijf beste eendagsrenners van de wereld. Als je dan in conditie bent, mag en moet je ambitie hebben richting WK. Ook voor Pogacar en Evenepoel gaat alles in de plooi moeten vallen om Van der Poel te kloppen in de finale."
Die topconditie lijkt hij alvast net op tijd vast te hebben. De wereldkampioein staat scherper dan ooit. Hij ging in Spanje wat meer in de bergen trainen en oogt heel mager. Dat laatste spreekt Roodhooft tegen.
"Hij is in het verleden nog zo mager geweest. Ik kan het op een halve kilo na niet zeggen, en hij is misschien iets magerder dan in het voorjaar, maar het verschil is echt niet groot. Alleen hebben ze in het voorjaar beenstukken en soms twee of drie vesten aan, dan valt dat veel minder op."
Poll