Remco Evenepoel ligt momenteel met meerdere breuken en longkneuzingen in de lappenmand na een aanrijding op training, maar zijn hoofddoel voor 2025 komt gelukkig niet in gevaar.
Dat hoofddoel is uiteraard de Ronde van Frankrijk. Evenepoel verraste afgelopen zomer tijdens zijn Tourdebuut met een podiumplek, na de ongenaakbare Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard.
Het verschil met Tourwinnaar Pogacar was groot (meer dan 9 minuten). Volgend jaar hoopt Evenepoel die kloof te kunnen verkleinen en misschien een trapje hoger te eindigen in het algemene klassement.
Evenepoel ziet alvast een mooie kans op de gele trui. Op dag vijf staat een vlakke tijdrit van 33 kilometer op het programma. "De gele trui zou leuk zijn. Ik moet die in ieder geval één keer gedragen hebben", vertelt hij in een interview met Eurosport.
Dat het verschil met Pogacar afgelopen zomer zo groot was, heeft ook te maken met een verstoorde voorbereiding. Evenepoel kwam namelijk zwaar ten val in de Ronde van het Baskenland en brak daarbij zijn schouderblad én sleutelbeen.
"Die val heeft mijn trainingsplan flink beïnvloed. Ik kon drie weken lang niet fietsen en had slechts twee maanden om in topvorm te geraken. Zonder die valpartij had ik waarschijnlijk op vijf of zes minuten van Pogacar kunnen eindigen."
De ambitie van Evenepoel blijft om op een dag de Tour te winnen. Ook als Pogacar en Vingegaard aan de start zouden staan. Komend seizoen zal hij meer trainen op lange beklimmingen om de kloof met de twee beste klimmers ter wereld te kunnen dichten.
"Ik denk dat ik het gat kan dichten. Volgend seizoen zal het nog moeilijk worden, aangezien het gat naar Pogacar afgelopen jaar groot was. Volgend seizoen hoop ik dat ik het ten minste terug kan brengen tot drie of vier minuten. Dat zou al een grote stap voorwaarts zijn."
"Ik hoop dat er een dag komt dat ik die mannen voorbij kan streven. Ik heb nog tijd, maar niet mijn hele leven. Het hoeft niet snel te komen, maar het moet ook niet te lang blijven duren."
De gouden fiets waarmee Evenepoel volgend jaar mag koersen, is alvast een extra motivatie. Niet dat het bij de olympische kampioen aan motivatie ontbreekt. "Het is de drive om te winnen die me gelukkig maakt. Ik ben een geboren winnaar, het is moeilijk om dat uit me te halen."