Toon Aerts is na een tweejarige schorsing en een moeilijke periode eindelijk weer fulltime crosser. Maar zijn comeback loopt niet helemaal zoals verhoopt.
Dat Aerts bij zijn wederoptreden al meteen weer meedoet met de besten, is al een straffe prestatie op zich. In Merksplas strandde hij zelfs op een nipte tweede plek. Maar winnen zit er voorlopig niet in. Daar zijn twee redenen voor.
"Ik trap zeker dezelfde waardes als vroeger, toen ik podiumplaatsen haalde", vertelt Aerts in een interview met Het Nieuwsblad. "Maar de top is in vergelijking met twee jaar geleden veel breder geworden."
"Niemand kan op dit moment zeggen dat ze constant top vijf rijden. Thibau Nys wint, maar mist daarna ook wedstrijden. Als je vroeger een foutje maakte, werd je door één renner voorbij gestoken. Nu verlies je bij één foutje meteen vijf - zes plekken.”
Maar de voornaamste reden waarom winnen voorlopig niet lukt, is het feit dat Aerts telkens op de laatste rij moet starten omdat hij de vorige twee seizoenen geen UCI-punten verzamelde. "En de meeste crossen die ik dit seizoen al reed, hebben een heel korte aanloopstrook."
"In die crossen is het onmogelijk om in de eerste ronde al tot bij de eerste vijf te geraken. En de strijd achteraan om plaatsen te winnen is ook heel agressief. Met ellebogen en schouders zetten.”
Die verlossende zege zal er vroeg of laat wel komen. Maar daarmee zal hij het hoofdstuk Letrozole niet kunnen loslaten. "Afsluiten gaat niet lukken", zegt Aerts. "Ik denk er nu nog elke dag aan. Ik Google nog steeds 'Letrozole', op zoek naar het puzzelstukje dat ontbreekt. Maar winnen zit eraan te komen, dat voel ik. Dan pas zijn we echt opnieuw vertrokken."